Ik zie, ik zie… de oogaandoening CVI
Met het project ‘Ik zie ik zie … de oogaandoening CVI’ wil Bartiméus onderzoek naar CVI bij peuters en kleuters jonger dan zes jaar mogelijk maken en professionals toerusten met meer kennis en inzicht op het gebied van deze oogaandoening. Het onderzoek wordt financieel gesteund door Stichting Blindenhulp, Christine Bader Stichting Irene Kinderziekenhuis en het MenzisFonds.
Wat is CVI?
Als iemand slecht ziet kan dit komen doordat de ogen niet goed werken of omdat de oogzenuwen de signalen niet goed doorgeven. Het kan ook zijn dat de ogen en oogzenuwen wel goed zijn, maar dat de hersenen niet (goed) in staat zijn om de informatie die ze ontvangen te verwerken. Dit laatste noemen we CVI (Cerebral Visual Impairment), een cerebrale visuele beperking of afwijking. De grootste risicogroep zijn kinderen die te vroeg geboren zijn, een hersenstrauma hebben of een hersenvliesontsteking gehad hebben.
Oogproblemen
Kinderen met CVI ervaren tal van problemen. De een vindt het moeilijk om diepte en snelheid in te schatten, waardoor ze bijvoorbeeld de bal niet kunnen opvangen. Een ander kan dingen niet terugvinden, zoals zijn vriendje op het schoolplein of de pindakaas tussen al het andere broodbeleg op tafel. Vaak treedt ook schade op aan het gezichtsveld en de gezichtsscherpte en zijn er andere oogproblemen.
Onzekerheid
Pas rond zesjarige leeftijd kan een definitieve diagnose CVI worden gesteld. Tot die tijd zorgt dat voor veel onbegrip en misverstanden. Als er al een vermoeden is van CVI dan nog blijven ouders lang in onzekerheid over de mate waarin hun peuter of kleuter CVI heeft en in welke vorm. Hoe later een diagnose gesteld wordt, hoe later ook gestart wordt met de behandeling. En dat gaat vervolgens weer ten koste van de ontwikkeling van het kind.
Vroege diagnose
Met het project ‘Ik zie ik zie … de oogaandoening CVI’ wil Bartiméus onderzoek naar CVI bij peuters en kleuters jonger dan zes jaar mogelijk maken en professionals toerusten met meer kennis en inzicht op het gebied van deze oogaandoening. Heel jonge kinderen kunnen dan al in een heel vroeg stadium beter gediagnosticeerd en behandeld worden. En ouders kunnen zo beter geïnformeerd en geadviseerd worden.
Nu we weten wat ze heeft, blijf ik niet meer hameren op iets wat niet binnen haar vermogen ligt en voelt zij zich meer begrepen.
Moeder van een dochtertje met CVI
Het project ‘Ik zie, ik zie… de oogaandoening CVI’ wordt financieel gesteund door Stichting Blindenhulp, Christine Bader Stichting Irene Kinderziekenhuis en het MenzisFonds.