Bartiméus Fonds lanceert Innovation Challenge
14 november 2023
‘Het coronavirus heeft het boodschappen doen niet makkelijker gemaakt.’ Wolter is slechtziend. In de 1,5 meter samenleving zijn veel dagelijkse activiteiten voor hem een nóg grotere uitdaging. In zijn blog vertelt hij hoe hij daar mee omgaat.
Vrijdagochtend. Even winkelen. Snel nog de boodschappen in huis halen. We hebben besloten dat we willen barbecueën. Nu ben ik vanwege mijn slechtziendheid gewend dat ik niet ‘even snel’ boodschappen kan doen. Boodschappen doen is met een visuele beperking een uitdaging. Het zou veel sneller gaan als ik het mijn vrouw liet doen, maar ik houd van boodschappen doen. Ik vind koken leuk, en ik wil er zeker van zijn dat ik alles in huis heb, daarom doe ik het liefst zelf de boodschappen.
Het coronavirus heeft het boodschappen doen niet makkelijker gemaakt. Normaal gesproken stop ik de boodschappen in een grote rugzak, en loop daar vol met boodschappen mee door de winkel, als een brugklasser met zijn grote tas op zijn eerste dag op de middelbare school. Maar dan heb ik wel mijn hand vrij om mijn geleidestok vast te houden. Die stok is voor mij onmisbaar. Hoewel ik evengoed zoekend door de winkel ga; slalommend tussen vakkenvullers en andere klanten, om vervolgens dwars door een krat met vleestomaten te wandelen… Maar nu is het verplicht om een winkelwagentje te gebruiken. Daarom neem ik een bolderkar mee de winkel in. Op die manier kan ik de kar achter mij aan door de winkel trekken, en met mijn andere hand mijn stok gebruiken.
Ik moet ook nog 1,5 meter afstand houden tot personeel en andere klanten. En die klanten hebben nóg meer haast dan een half jaar geleden. Of laat ik het zo zeggen: van ieder komt zijn ware aard naar boven. De een doet zijn best om de maatregelen van het RIVM na te leven, en de ander staat zijn wagentje vol te laden met afbakstokbrood, blikgroente en wc-papier.
Ik moet overigens niet te veel op anderen letten, want ik heb mijn ogen hard nodig om het barbecuevlees te vinden. Dingen in de supermarkt krijgen namelijk met enige regelmaat een andere plek. Ik heb Anja en de meiden gevraagd waar ze zin in hadden, en nu moet ik dus wel de juiste hamburgers mee naar huis nemen. Ik sta dus uitgebreid het barbecuevlees te bekijken, en te zoeken of ik het juiste pakje hamburgers heb. ‘Sjonge jonge, jonge schiet toch eens op man’, hoor ik in mijn rechteroor. In denk de stem te herkennen; vast een van mijn vrienden die graag de draak met mij steekt. Ik draai mij om, om hem een bijdehand antwoord te geven, maar het blijkt een onbekende man te zijn, die serieus geïrriteerd is. ‘Gaat ie lekker?’ vraag ik luchtig. Hij kijkt me driftig aan: ‘Je staat te treuzelen, en je zit met je handen overal aan’. Ik ben een beetje beduusd, maar ik moet ergens ook wel lachen. Tja, erg snel ben ik natuurlijk niet, en ik zit inderdaad overal aan, maar dat is wel hoe het voor mij werkt. Ik moet dingen vastpakken om te kunnen voelen en zien wat het is, en ik heb daarvoor wat meer tijd nodig dan ander.
Later die avond moet ik nog eens denken aan die man in de winkel. Ik zit aan mijn tuintafel, met mijn vrouw en mijn kinderen. Ik grijns, terwijl ik een hap van mijn broodje hamburger neem. ‘Ik ben misschien wat traag, en ik zit dan overal aan, maar het is toch lang geleden dat ik zo’n lekkere hamburger gegeten heb’.
Wolter (33) bleek als kind de ziekte retinitis pigmentosa (RP) te hebben. Dat betekent dat zijn blikveld steeds kleiner wordt. Maar wat hij ziet, is wel scherp. Wolter werkte als leraar op een basisschool, zijn droombaan. Helaas heeft hij daar afscheid van moeten nemen. In zijn blogs neemt Wolter je mee in zijn leven met zijn vrouw Anja en hun zoon en twee dochters. Volg ons op Facebook, Twitter, LinkedIn of Instagram, dan weet je direct wanneer Wolters nieuwe blog online komt.